Lychee, litchi…weer zo een vitamine c bommetje.
De vruchten komen van origine uit China en groeien in trossen aan bomen die tot 20 meter hoog kunnen worden.
In China worden ze al eeuwenlang als medicatie gebruikt, ze worden verpulverd, verpoederd en gebruikt als supplementie.
De kleine vruchtjes zijn rond tot ovaal, en hebben een gepokte schil die tot roze rood kleurt als ze rijp zijn.
Het vruchtvlees is glazig wit, sappig zoet met een verscheidenheid aan smaken, beetje bloemig, beetje kruidig, beetje als de muskaatdruif.
In het midden zit een grote glanzende pit die oneetbaar is.
Verse lychees zijn een heerlijk tussendoortje, je opent de schil met je vingernagel, pelt de schil een beetje en het vruchtje komt er zo uit.
De vruchten zijn vers beperkt houdbaar, dus eet ze binnen een week op. Oude lychees smaken vies en als het vruchtvlees een beetje gelig is zou ik ze weggooien.
De lychee is familie van de ramboetan, -het lijkt ook op een kale rambutan of de rambutan lijkt op een harige lychee. De smaak komt behoorlijk overeen, al vind ik de rambutan persoonlijk nog lekkerder. Ramboetan betekent harig in het Indonesisch-, ook is de lychee familie van longan, knippa en kapoelasan.
Behalve de ruime dosering vitamine c, bevat de lychee ook ruimschoots de vitamine B1, 2, 3, 6 en 11, de mineralen kalium, koper, fosfor en magnesium. De mineralen kalium en koper zijn belangrijke mineralen voor de gezondheid van het hart.
Lychees zijn goed bij griep, goed tegen candida ( de vrucht kan de schimmel candida de baas), de vruchtjes hebben een goed effect op de bloedsuikerspiegel (diabetes type 2), zorgen voor een goede energiebalans in het lichaam, ondersteunen voor krachtige botten, zijn goed voor huid en haar, en bevatten de antioxidanten rutine en epicatechine die beschermen tegen chronische ziekten en ook het hart ondersteunen.
Lychees zijn goed voor de lever, ze versterken de zuiverende werking van de lever.
Al met al een lekker vruchtje die je immuunsysteem een boost geeft.